Waar vind je de juiste bandenspanning? De juiste bandenspanning verschilt per auto. Je kunt op drie plekken terugvinden welke bandenspanning bij jouw banden hoort, namelijk: In het instructieboekje van jouw auto Aan de binnenkant van het tankklepje Op de sticker aan de binnenzijde van het bestuurdersportier
Eigenlijk zou je het elke maand moeten doen: de bandenspanning controleren. Je banden zijn namelijk het enige contact dat je auto heeft met de weg. Naast een goed profiel met voldoende profieldiepte is dus ook de juiste bandenspanning belangrijk voor een veilige rit.
Door te rijden op banden met de juiste spanning heb je een optimale remweg en is de wegligging stabieler, een stuk veiliger dus. Je verbruikt daarnaast ook nog eens minder brandstof en je banden gaan langer mee. Of je nu op zomerbanden, winterbanden of all season – banden rijdt. Kleine moeite, groot resultaat.
Als je banden niet voldoende is opgepompt met lucht of stikstof, zullen ze vervormen en minder raakvlak hebben met het wegdek. Een band die vervormt kan overigens ook erg heet worden, met als gevolg loszittende koordlagen. Deze ‘separatie’ zorgt voor een luchtophoping in de band, die ook te zien is aan de buitenkant van de band, waardoor de band minder sterk wordt.
Bij een klapband zorgt de luchtophoping voor zoveel druk dat deze klapt. Zorg daarom voor een goede bandenspanning en controleer deze elke maand.
Een band kan ook worden gevuld met te veel lucht of stikstof. Ook deze situatie kan leiden tot een klapband. Wanneer een band hard over een drempel of gat in de weg rijdt, krijgt deze een schok te verduren. Als de bandenspanning te hoog is kunnen zulke situaties uiteindelijk leiden tot ernstige beschadigingen binnenin de band.